Skip to content
    Geplaatst: Auteur:Paula Willemse, IVA Onderwijs & Nelleke Lafeber, MBO Raad Update:juli 2021

Een mbo-diploma is voor alle betrokkenen van waarde. Een betrouwbare en valide examinering en afsluiting ligt daaraan ten grondslag. We zien dat de coronaperiode eerder ingezette ontwikkelingen heeft versneld. Zo is de visie op examinering herijkt en zijn processen om de diplomawaarde te borgen aangescherpt. Meer dan voorheen zijn onderwijs en examinering logisch met elkaar verbonden. Er is ruimte om ook formatief verkregen informatie uit het onderwijs in te zetten bij de diplomabeslissing. Daarnaast is de examinering flexibeler geworden en kenmerkt deze zich door meer maatwerk. Bijvoorbeeld door variatie in tempo en het moment van examineren, passend bij de behoefte van de student. Ook spelen mbo-scholen in op de vraag vanuit de arbeidsmarkt door trajecten aan te bieden gericht op het behalen van een certificaat of mbo-verklaring. Waardoor studenten ook in hun verdere loopbaan duurzaam inzetbaar blijven.

Wat kenmerkt de examinering in het mbo? Hoe wordt er geëxamineerd en welke kwaliteitseisen gelden er? Een overzicht van feiten, regels en procedures.

Examineren is beoordelen. Maar niet elke beoordeling is een examen. Bij examineren gaat het om kwalificerende vormen van beoordelen. Dat wil zeggen: beoordelen of een student voldoet aan de kwalificatie-eisen en dus competent is om als beginnend beroepsbeoefenaar de arbeidsmarkt te kunnen betreden of door te stromen naar een vervolgopleiding.

Het middelbaar beroepsonderwijs heeft een drievoudige kwalificeringsopdracht. Dat betekent dat een student moet voldoen aan eisen voor het beroep, eisen voor deelname aan de maatschappij en eisen voor doorstroom. De beroepseisen zijn per branche door het bedrijfsleven, sociale partners en onderwijs gezamenlijk vastgelegd in het kwalificatiedossier. Ook de wettelijke beroepsvereisten en de generieke eisen, zoals voor taal en rekenen, zijn daarin te vinden. Daarnaast is het mogelijk ook op te leiden voor delen van deze kwalificatiedossiers. De student ontvangt dan een mbo-verklaring of mbo-certificaat.

Kwalificatiestructuur mbo

De examinering en afsluiting in het mbo is gebaseerd op eisen beschreven in kwalificatiedossiers, keuzedelen en mbo-certificaten. Ieder kwalificatiedossier kent een opbouw met daarin twee delen: een basisdeel en een profieldeel. Het basisdeel beschrijft de informatie voor een aantal verwante beroepen, waarbij de specialisaties per beroep in het profieldeel zijn uitgewerkt. Daarnaast volgt iedere student die een diploma wil behalen een aantal keuzedelen. Hiermee kan de student zijn vakmanschap verdiepen of verbreden. Met ingang van studiejaar 2020-2021 telt de hoogte van het behaalde resultaat voor keuzedelen mee voor diplomering. Daarnaast bestaat de kwalificatiestructuur uit mbo-certificaten, deze zijn samengesteld uit onderdelen uit de kwalificatiedossiers of keuzedelen. Mbo-certificaten hebben een zelfstandige arbeidsmarktrelevantie.

Klik hier voor alle vastgestelde kwalificaties en keuzedelen in het mbo.

Procesarchitectuur examinering

Specifiek voor het mbo is de Procesarchitectuur Examinering (PE) ontwikkeld. De PE is een schematische weergave van het gehele examenproces in het mbo (zie figuur 1). Hierin worden alle stappen beschreven om te komen tot goede examinering: hoe formuleer je een visie op examinering, hoe stel je een examenplan op, welke afwegingen worden gemaakt bij de keuze voor inkoop of constructie van examens en wat er komt er kijken bij de borging van examenkwaliteit? De PE bestaat uit zes procesgebieden met voor ieder procesgebied onderliggende processtappen. De gekleurde procesgebieden zijn gekoppeld aan de PDCA-cyclus (Plan-Do-Check-Act.). De PE helpt mbo-scholen kritisch naar het eigen examenproces te kijken en biedt hen handreikingen om de examinering zelf vorm te geven.

Klik hier voor meer informatie over de procesarchitectuur examinering.

Toezicht op kwaliteit

Het bestuur is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs en examinering op de mbo-instelling. Afhankelijk van de kwaliteit van besturing en eventuele tekortkomingen, bepaalt Inspectie van het Onderwijs de intensiteit van het toezicht. Het toezicht op individuele opleidingen is aanvullend op dat wat het bestuur zelf uitvoert. Naast verificatie-activiteiten op opleidingen waar de inspectie onderdelen van de kwaliteit onderzoekt, is het mogelijk dat ze op het niveau van een opleiding op (een selectie van) standaarden oordelen geven of een waardering uitspreken. Dit doen ze bij een onderzoek naar risico’s en bij een onderzoek naar de waardering Goed.

Wanneer inspectie de kwaliteit van examinering beoordeelt, doet zij dit op basis van twee standaarden die zijn opgenomen in het Onderzoekskader 2021. Het gaat om:

Borging en afsluiting

BA 1: Borging en diplomering. De examencommissie borgt deugdelijke diplomering.

BA 2: Afsluiting 2: De opleiding onderbouwt dat de student voldaan heeft aan de voorwaarden voor het diploma, een certificaat of een mbo-verklaring.

Zie Staatscourant, 3 september 2021 voor de volledige tekst.

Daarnaast voert de inspectie themaonderzoeken uit. Voor het actuele onderzoekskader, mogelijke thema’s en de daaraan verbonden eisen met betrekking tot examineren, is de website van de Onderwijsinspectie te raadplegen.

Borging diplomering

De waarde van mbo-diploma’s is voor studenten, werkgevers en de maatschappij van groot belang. Daarom zorgt de mbo-opleiding voor de kwaliteit van examinering en borgt de examencommissie deze. Voor de borging van de kwaliteit is de PDCA-cyclus een gebruikelijk hulpmiddel. Zo wordt er niet alleen naar de fase van het uitvoeren van de examens gekeken (de do-fase), maar begint het proces bij een goede planning (de plan-fase) en zijn evaluatie (check-fase) en bijstelling (act) na afloop net zo relevant. Bij de kwaliteitsborging speelt de examencommissie een essentiële rol.

De examencommissie
De examencommissie is verantwoordelijk voor de borging van de kwaliteit van de examinering en diplomering, zij verleent vrijstellingen en geeft diploma’s, certificaten en mbo-verklaringen af.

Voor examencommissies is het niet altijd eenvoudig om zicht te hebben op de deskundigheid van examinatoren op school en in de praktijk, waardoor zij soms beperkt zicht hebben op het verloop van de examens en de totstandkoming van de beoordeling. Examencommissies worden uitgedaagd om niet alleen administratief te controleren, maar vooral te kijken naar de kwaliteit van de onderliggende bewijsstukken en de processen die daaraan ten grondslag liggen. Het is de bedoeling dat als de examencommissie risico’s signaleert de opleidingsteams hier gehoor aan geven. Het bevoegd gezag spreekt hier de teams op aan.

De inspectie (2021a) constateerde in de Staat van het Onderwijs dat examencommissies nog betekenisvoller kunnen verantwoorden met minder beschrijving en meer reflectie op de eigen examenkwaliteit.

Het bevoegd gezag is verantwoordelijk voor de instelling, benoeming en samenstelling van een examencommissie. Om een examencommissie goed te laten functioneren, is het belangrijk dat alle commissieleden goed op de hoogte zijn van hun wettelijke taken en hoe die zich verhouden tot de verantwoordelijkheid van het management en de opleidingsteams (Bontius & Dams, 2011; Vink & Willemse, 2015). Examencommissies maken concrete afspraken over de verdeling en de planning van de taken, zodat elk lid zich verantwoordelijk voelt en op zijn taken kan worden aangesproken. Instrumenten zoals een handboek examinering, een jaarplanning en een toezichtplan kunnen hierbij helpend zijn.

In dialoog met de onderwijsteams
Examencommissies en onderwijsteams hebben ieder een eigen verantwoordelijkheid als het gaat om de kwaliteit van examinering. Examencommissies borgen de kwaliteit en  onderwijsteams zorgen dat deze gerealiseerd wordt. Om de kwaliteit op hoger niveau te brengen gaan zij samen de dialoog aan.

Kwaliteitsborging examinering en diplomering

De waarde van mbo-diploma’s is voor studenten, werkgevers en de maatschappij van groot belang. Het is daarom goed om als mbo-opleiding de kwaliteit van examinering en diplomering te monitoren en te borgen. Voor een goede borging van de kwaliteit is het belangrijk om de gehele PDCA-cyclus te doorlopen. Zo wordt er niet alleen naar de fase van het uitvoeren van de examens gekeken (de do-fase), maar begint het proces bij een goede planning (de plan-fase) en zijn evaluatie (check-fase) en bijstelling (act) na afloop net zo relevant. Bij de kwaliteitsborging speelt de examencommissie een essentiële rol.

De examencommissie

Naast dat de examencommissie verantwoordelijk is voor borging van de kwaliteit van de examinering en diplomering, verleent zij onder andere ook vrijstellingen en geeft ze diploma’s en instellingsverklaringen af.

De inspectie constateerde dat bij veel opleidingen de examencommissie niet goed functioneerde, mede doordat de bevoegdheden niet duidelijk zijn belegd (TK, 2014b). Vandaar dat vanaf 1 augustus 2017 een nieuwe wetgeving voor examencommissies van kracht is (WEB, artikel 7.4.5). Deze wetswijziging maakt taken en bevoegdheden van de examencommissie duidelijk. Daarnaast zijn nadere eisen gesteld aan de samenstelling van de examencommissie. Zo geldt de wettelijke eis dat minstens één extern lid, één lid namens de beroepspraktijk en één mbo-docent zitting nemen in de examencommissie. Managers mogen lid worden van de examencommissie. Voorwaarde is wel dat scholen daarbij regels vaststellen ter voorkoming van belangenverstrengeling. Leden van het college van bestuur mogen geen lid worden van de examencommissie.

Het bevoegd gezag is verantwoordelijk voor de instelling, benoeming en samenstelling van een examencommissie. Daarom zijn in de wetswijziging ook voorschriften opgenomen die gericht zijn op de taken van dit bevoegd gezag.

Om een examencommissie goed te laten functioneren, is het belangrijk dat alle commissieleden goed op de hoogte zijn van hun taken als commissie en hoe die zich bijvoorbeeld verhouden tot de verantwoordelijkheid van het management en de opleidingsteams (Bontius & Dams, 2011; Vink & Willemse, 2015). Ook moeten er concrete afspraken worden gemaakt over de verdeling en de planning van de taken, zodat elk lid zich verantwoordelijk voelt en op zijn taken kan worden aangesproken. Instrumenten zoals een handboek examinering, een jaarplanning en een evaluatieplan kunnen hierbij helpend zijn.

In dialoog met de onderwijsteams
Examencommissies en onderwijsteams hebben ieder een eigen verantwoordelijkheid als het gaat om de kwaliteit van examinering. Examencommissies borgen de kwaliteit en  onderwijsteams zorgen dat deze gerealiseerd wordt. Om de kwaliteit op hoger niveau te brengen gaan zij samen de dialoog aan.

Afsluiting

Het onderwijsteam zorgt ervoor dat de inrichting van de examinering en de afsluiting voldoet aan de eigen vastgestelde kwaliteitseisen voor een betrouwbare diplomering en certificering. Dit sluit aan op de visie op het onderwijs van het team. In het mbo is er veel ruimte om de examinering zelf in te richten. Het onderwijsteam zorgt ervoor dat de exameninstrumenten en de wijze van afname aansluiten bij de kwalificatie-eisen.

Valide exameninstrumenten
Het is van belang dat het exameninstrumentarium van goede kwaliteit is. Daartoe heeft de sector met elkaar ‘Afspraken voor valide exameninstrumenten’ gemaakt. Dit houdt in dat scholen via drie routes komen tot valide exameninstrumenten:

Route 1: inkoop bij gecertificeerde examenleverancier.

Route 2: zelf construeren van exameninstrumenten binnen de collectieve afspraken.

Route 3: exameninstrument aanbieden voor externe validering.

Veel mbo-scholen kiezen ervoor om hun examenproducten in te kopen bij examenleveranciers. Meer informatie hierover is te vinden in het advies Drie routes naar een valide examenproduct (Regisseur Herziening Kwalificatiestructuur, 2016) en op Stichting valideren examens mbo.

Afsluiting
Voldoet een student aan de diploma-eisen? Als de student heeft aangetoond aan de kwalificatie-eisen te voldoen, ontvangt hij een mbo-diploma. De examinering vindt doorgaans aan het einde van de opleiding plaats, maar kan ook verspreid over de opleiding plaatsvinden. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om op basis van bewijzen verzameld in het onderwijsproces aan te tonen dat de student de kwalificatie-eisen in voldoende mate beheerst.

Het onderwijsteam is verantwoordelijk voor de vormgeving en organisatie van de examinering en afsluiting. Daarbij kiezen zij de examenvormen die passend zijn bij hetgeen geëxamineerd wordt: van theorie-examen, proeve van bekwaamheid tot een portfolio-examen. Het examen of het verzamelen van bewijzen kan zowel op school of in het bedrijf plaatsvinden. Daarbij zorgt het team ervoor dat de beoordeling deskundig en onafhankelijk plaatsvindt. Het team stelt hiervoor eigen kwaliteitsstandaarden op die ervoor zorgen dat de studenten gelijkwaardig worden beoordeeld.

Beroepspraktijk & examinering

Een mbo-diploma van waarde biedt goede kansen op de arbeidsmarkt of op een vervolgopleiding. Daarbij is vertrouwen in de kwaliteit van de examinering en afsluiting essentieel. Dit geldt met name voor vertrouwen vanuit het werkveld. Daarom is in de WEB (art. 7.2.8 ) opgenomen dat de school het bedrijfsleven betrekt bij de beoordeling van de student. Scholen kunnen zelf bepalen hoe zij het bedrijfsleven betrekken: door hen als beoordelaar in te zetten bij praktijkexamens of door examens af te nemen binnen de beroepscontext.

Kortom, door ontwikkelingen in de maatschappij, vernieuwde visies op onderwijs en het bijgestelde Onderzoekskader 2021 blijft examinering in het mbo in beweging. Waarbij toetsen en leren meer met elkaar worden geïntegreerd. Zo krijgen student voldoende tijd en ruimte om zich te ontwikkelen tot gekwalificeerde professionals en te tonen dat het diploma waardig zijn.

Enkele deskundigen

José Dams, manager advies CINOP
Paula Willemse, adviseur/onderzoeker IVA Onderwijs

Bronnen

Relevante websites:

Back To Top