Skip to content
    Geplaatst: Auteur:Henk Ritzen, lector Saxion en beleidsadviseur ROC van Twente Update:juni 2020

Sinds een paar jaar heeft het mbo er een leerweg bij, naast het vertrouwde bol en bbl. Een direct uitvloeisel van het actieplan Focus op Vakmanschap (Min. OCW, 2011). De ‘derde leerweg’ biedt maatwerk voor werkenden die hun positie op de arbeidsmarkt willen verbeteren en versterkt de responsiviteit van de mbo-instelling. Opleidingen kennen geen wettelijke urennorm en houden optimaal rekening met wat studenten al weten en kunnen. Hoe geef je die derde leerweg vorm als onderwijsinstelling? Praktijkvoorbeelden en ontwerprichtlijnen.

Het MBO-antwoord op ‘leven lang ontwikkelen’

De baan voor het leven bestaat niet meer — het is al vaak en in alle toonaarden duidelijk gemaakt. Als werknemer moet je consequent en voortdurend bezig zijn met je employability, je mogelijkheden en kansen op de arbeidsmarkt van vandaag en die van morgen. En dat vraagt bijblijven, ‘leven lang ontwikkelen’. Een continu veranderende arbeidsmarkt vraagt volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau  om scholing voor iedereen, zowel formeel (op school) als informeel (tijdens werk). Maar dat niet alleen. Zo’n scholingsaanbod moet slim georganiseerd zijn en flexibel aansluiten bij de wensen en behoeften van de gebruikers, zo stelt het SCP (Van Echtelt, Croezen, Vlasblom, & De Voogd-Hamelink, 2016).

De wettelijk verankerde ‘derde leerweg’ biedt onderwijsinstellingen de mogelijkheden om daar effectief werk van te maken. Volwassenen kunnen via een maatwerktraject een volwaardig mbo-diploma (niveau 2 t/m 4) behalen. Conform het beleid van een leven lang leren (Min. OCW, 2016) en doelmatige leerwegen (Min. OCW, 2011). Urennormen gelden niet in de derde leerweg, de beroepspraktijkvorming (bpv) kan beperkt blijven, dus de opleidingsduur zal veelal korter zijn (Kennispunt MBO, 2018). Precies wat werkenden (én werkgevers) willen.

Wat ertegenover staat is dat derde-leerwegopleidingen buiten de overheidsbekostiging vallen. Als student (en/of werkgever) betaal je de opleidingskosten helemaal zelf. Idee is dan ook dat onderwijsinstellingen deze derde-leerwegopleidingen als maatwerktraject ontwerpen in nauwe samenwerking (co-creatie) met bedrijven en laten aansluiten op de behoeften en capaciteiten van de student (Volman & Stikkelman, 2016).

Eerste ervaringen met derde leerweg

Veel onderwijsinstellingen zoeken nog naar geschikte formats voor het ontwerp van beroepsopleidingen die passen binnen de kaders van de derde leerweg. Vanaf 2015 zijn enkele geslaagde voorbeelden voorhanden, maatwerktrajecten op basis van de derde leerweg:

•    Zorgcampus, Rotterdam: opleiding Verzorgende IG voor zzp’ers.
•    ROC van Twente: opleiding Verzorgenden.
•    SBK Opleidingen, Eindhoven: opleiding Operator A.
•    ASOP, Amsterdam: opleiding Doktersassistente.
In alle gevallen gaat het om een- tot tweejarige trajecten voor studenten voor wie bol noch bbl passend is als leerweg. De derde leerweg volgen zij tijdens hun werk (als een inservicetraject), of naast hun werk (als een preservicetraject).

Juridische context

De derde leerweg leidt tot volwaardige mbo-dipoma’s. De nieuwe route is vastgelegd in artikel 1.4.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) en alle niet door de overheid bekostigde opleidingen moeten voldoen aan alle (kwaliteits)eisen van de Onderwijsinspectie (Onderwijsinspectie, 2017). Zo moet het kwaliteitszorgsysteem op orde zijn, hebben alle studenten rechtsbescherming, ondertekenen zij een onderwijsovereenkomst, en moeten zij voldoen aan de vooropleidingseisen. Ook moet de opleiding zijn opgenomen in het Centraal Register Beroepsopleidingen.

Zoals alle mbo-opleidingen vallen ook derde-leerwegopleidingen onder het toezicht van de Onderwijsinspectie. De inspectie richt zich primair op de kwaliteit van de examens en de naleving van de wettelijke vereisten (kwaliteitsborging, rechtsbescherming, vooropleidingseisen, wettelijke beroepsvereisten en tot en met studiejaar 2021-2022 een goed gebruik van de onderwijsovereenkomst).

Een derde-leerwegopleiding moet integraal voldoen aan de eisen van het kwalificatiedossier. Dus inclusief de eisen op het gebied van loopbaan- en burgerschapsontwikkeling, taal en rekenen. Verder moet het leerproces zo worden aangeboden dat elke student de opleiding kan afronden. Mochten daar twijfels over bestaan, dan neemt de Onderwijsinspectie dit mee in de beoordeling van het onderwijsproces en de leerresultaten (Den Hartog, 2016). Tot slot moet de onderwijsinstelling vooraf een diploma-erkenning derde leerweg aanvragen (gericht op de borging van de examenkwaliteit) bij DUO.

Een praktijkvoorbeeld

Hoe verloopt de ontwikkeling van dergelijke, nieuwe derde-leerwegopleidingen? Een korte schets, bij wijze van voorbeeld, van hoe dat bij ROC van Twente is gegaan. Daar is een derde-leerwegcurriculum tot stand gekomen voor de opleiding Verzorgende IG (duur 40 weken, met wekelijks 18 uur stage en 10-15 uur thuiswerk). Als hulpmiddel diende het curriculaire spinnenweb (Thijs & Van den Akker, 2009). De opleiding zoals die nu wordt aangeboden is volledig gebaseerd op het wettelijk voorgeschreven kwalificatiedossier, combineert leren en werken, en biedt een onderwijsomgeving waarin studenten hun competenties (kennis, vaardigheden en attitudes) op het gebied van hedendaagse zorgpraktijken ontwikkelen. De afgestudeerden zijn rechtstreeks inzetbaar op kwalificatieniveau 3 in de zorgpraktijk. Het leerproces is blended: het combineert online leren en face-to-face leren, zowel op school als in de zorgpraktijk. Het heeft verder een sterk gepersonaliseerd karakter. Studenten krijgen een op maat samengesteld leerpakket en kunnen rekenen op intensieve begeleiding door docenten en studiecoaches.

Klik hier voor een schematische weergave van het curriculum.

De studiecoach inventariseert samen met de student (meer dan 150 studenten volgen inmiddels de opleiding) de leervragen. Dat leidt voor iedere student tot een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP), waarin de leerdoelen zijn opgenomen. In overleg met de studiecoach maken de studenten zelf een onderwijsplanning. De leerinhouden worden flexibel aangeboden, gecomprimeerd in 12 modules (inclusief Nederlands en rekenen). De opleiding bestaat uit drie fasen:
1.    basisfase: 10 weken, 4 contactdagen;
2.    specialiserende fase: 20 weken, 5 contactdagen;
3.    examinerende fase: 10 weken, 3 contactdagen.
Contactdagen omvatten steeds 6 klokuren (8 lesuren).

Van studenten wordt verwacht dat zij zich thuis verdiepen in de literatuur en opdrachten en/of toetsen maken. Deze zijn te vinden zijn in de digitale leeromgeving (Canvas). De contactdagen bieden mogelijkheden tot discussie, er zijn reflectiebijeenkomsten, lessen van gastdocenten en is er gelegenheid tot het stellen van vragen. Elke contactdag heeft een vaste opbouw:
•    1e uur: toetsmogelijkheid;
•    2e t/m 6e uur: verdieping, na zelfstudie van de desbetreffende module;
•    7e uur: (facultatief) Nederlands;
•    8e uur: (facultatief) rekenen.

Naast de contactdagen biedt de school elke week de mogelijkheid om verpleegtechnische vaardigheden te oefenen, als voorbereiding op de proeven van bekwaamheid. Bijzonder is dat studenten zijn gegroepeerd in tweetallen (buddy’s), die gezamenlijk het huiswerk maken. De afronding vindt plaats door afname van ontwikkelingsgerichte toetsen (kennistoetsen) via Canvas, en praktijktoetsen (proeven van bekwaamheid) in de bpv. Zie voor een uitvoerige beschrijving Ritzen, Hartman en Haarhuis-Ophof (2016a).

Ervaringen van studenten met de derde leerweg

Studenten (gemiddelde leeftijd 49 jaar) moeten hun leerproces zelf sturen. Dat lukt goed, zo leren de eerste ervaringen. Studenten voelen zich regisseur van hun eigen leerproces en zoeken zonder tussenkomst van docenten naar oplossingen. Zo maken zij bijvoorbeeld zelf afspraken voor de uitvoering (en examinering) van de proeves in de zorgpraktijk.

In de derde leerweg wordt een sterk beroep gedaan op de zelfstandigheid van studenten. Het combineren van de opleiding met het werk thuis wordt soms als ‘stressen’ ervaren en vraagt veel van de zelfdiscipline van de student. Strakke planning, vaste structuur en steun van het thuisfront is onontbeerlijk. E-learning wordt als prettig ervaren en bevordert de planning.

Tijdens de opleiding ontwikkelen de studenten een onderlinge zorgzaamheid. Studenten helpen en adviseren elkaar. “Als je het even niet ziet zitten, dan bel je iemand en trek je elkaar erdoorheen, via de groepsapp kregen we soms dagelijks 75 berichten,” blikt een student terug. De derde leerweg bevordert de assertiviteit, zo blijkt verder uit de opgedane ervaringen. Ook hebben alle studenten digitale vaardigheden ontwikkeld. “Je gaat digitaal zorgen: de werkgever gaat met de iPad naar ons toe, dus het komt eraan en we moeten er in mee. Het is de toekomst.
Zie voor het evaluatieverslag Ritzen, Hartman en Haarhuis-Ophof (2016b).

Slim ontwerpen: Concepten samenbrengen!

Een derde leerweg ontwerpen gaat niet zomaar. Eerst moeten docenten, praktijkopleiders én studenten nadenken en een gezamenlijke visie ontwikkelen. In deze visie worden naar keuze concepten samengebracht als blended learning, loopbaanontwikkeling en –begeleiding, volwasseneneducatie en werkplekleren. In blended learning worden leerpsychologische en didactische aspecten met elkaar gecombineerd en biedt de leeromgeving voldoende maatwerk voor volwassen studenten (Ritzen, Hartman, & Haarhuis-Ophof, 2016a/2016b).

Studenten hebben gedurende een derde-leerwegopleiding maar een korte periode om zich zelfstandig en tijdens het werk te ontwikkelen. Daarbij gaat het niet alleen om het halen van ‘het papiertje’, maar ook om tijdens het werk te ontdekken wat talenten, mogelijkheden en drijfveren zijn. Dat vraagt op het werk om een goede, loopbaangerichte dialoog. Vanuit het perspectief van een leven lang leren moeten studenten zicht krijgen op de ontwikkeling van hun loopbaancompetenties (Mittendorff, 2010).

Vanuit het concept van volwasseneneducatie is de student eigenaar van zijn maatwerktraject en dus ‘partner in leren’ (co-designer). Aan de onderwijsinstelling om het individuele curriculum af te stemmen op de individuele leervraag van de student. Met behulp van het portfolio beoordeelt de student (al zelfreflecterend) zijn leerdoelen (Duvekot, 2016).

In de derde leerweg is het onderwijs gebaseerd op de arbeidscontext van de individuele student. Dit vereist een nauwe samenwerking tussen het docententeam en de praktijkopleiders. Het gaat erom vanuit co-creatie of co-makership gezamenlijk tot een ontwerp te komen. In de vorm van een on-the-job, off-the-job of hybride leeromgeving.
Nieuwenhuis (2013) waarschuwt mbo-instellingen voor conflicterende doelrationaliteiten (opleiden en produceren), waardoor leerprocessen van studenten zich moeilijk laten inpassen in de productiecontext van de werkplek. Dit is een aandachtspunt van belang. De productielogica van bedrijven/instellingen mag niet de boventoon voeren.

Al met al draagt een derde-leerwegcurriculum waarin concepten evenwichtig zijn geïntegreerd, en waarbij is voldaan aan de exameneisen en wettelijke verplichtingen, zeker bij aan een leven lang leren.

Ontwerprichtlijnen

  • Analyseer eerst de opleidingsvraag van de student en/of het bedrijf waarin de student werkzaam is.
  • Bepaal de opleidingsvariant: bbl, bol of derde leerweg.
  • Vraag voor de derde-leerwegvariant een diploma-erkenning aan.
  • Ontwikkel een systeem van kwaliteitszorg gebaseerd op de kwaliteitsstandaarden van de Onderwijsinspectie.
  • Maak een checklist voor de naleving van wettelijke vereisten, zoals ondertekening onderwijs- en praktijkovereenkomst, inzicht in schoolkosten, kwalificatiedossier, etc.
  • Voer in bedrijven/instellingen en onder (potentiële) studenten een vooronderzoek uit (contextanalyse en behoefteanalyse).
  • Beschrijf een opleidingsaanbod met hierin onderdelen uit de concepten blended learning, loopbaanontwikkeling en –begeleiding, volwasseneneducatie en werkplekleren.
  • Ontwikkel op basis van het vooronderzoek én de concepten een prototype voor een derde-leerwegcurriculum in de vorm van on-the-job, off-the-job of hybride leeromgeving met aandacht voor de leertijd en sequentiële opbouw van de curriculuminhouden.
  • Voeg loopbaanbegeleiding toe, organiseer de intake en plaatsing, en zorg voor valide en betrouwbare examens.
  • Bespreek het prototype derde-leerwegcurriculum kritisch met docenten, bedrijven/instellingen en studenten.
  • Evalueer het prototype en verbeter het derde-leerwegcurriculum.

Enkele deskundigen

Dr. Ellen van den Berg, lector Rich Media en Teacher Learning in Saxion
Chantal Haarhuis-Ophof, specialist derde leerweg-curricula ROC van Twente
Mr. Bert Imminga, beleidsadviseur Onderwijs en Kwaliteitszorg ROC van Twente
Elke Hartman, MSc, onderwijskundige ROC van Twente

Bronnen

Back To Top